Madagascar V

23-03-2013 20:15

Zondag en maandag 10 en 11 maart.

We zitten met 6 op een rij geperst, daar waar de bus voorzien is voor 4 personen. Isabel heeft rechts van haar een vrouw met een klein kindje – dus ook meer plaats nodig. Op de vloer van de bus ligt nog van alles gestapeld zoals zakken rijst en maïs, dozen en kisten etc. Dus voeten uitstrekken bestaat niet…

De eerste 200 km vallen nog mee omdat het asfalt is maar dan begint de hel… Een piste voor de volgende 500km, enkele kleinere stroken verharde weg niet te na gesproken. Daar waar de weg te slecht is, heeft men parallelle weg gemaakt en als die slechter werd, maakt men er nog een. Achter ons zit een gezellige bende, wellicht familie met verschillende kleine kinderen. Ze hebben er zin in veel luid gepraat een gelach. De chauffeur houdt van muziek en dat wordt gedeeld, 36 uren lang …

Slapen wordt een lastige klus. Bij het ochtendgloren wordt er gestopt midden de vlakte, te vergelijken met een soort savanne. De mensen zoeken een struik of hoog gras als toiletplaats.

Later stoppen we in een dorpje, we drinken koffie aan een kraampje en eten wat banaantjes. De dorpjes zijn klein, armoedig. Nu geen rijstvelden meer, de mensen overleven wellicht van beperkte landbouw en veeteelt. We rijden soms meerdere uren zonder door een dorp te passeren. Soms kruisen ons grote camions met aanhangwagens. Dit is immers een Nationale weg, de enige naar het Zuiden.

Het wordt opnieuw nacht en slapen gebeurt met kleine stukjes. Je wordt alsmaar over een weer geslingerd door de slechte weg, de mensen duwen …

De tweede ochtend, als de zon net opgekomen is, komen we aan in een groter dorp. Hier stappen onze achterburen en nog een paar mensen af. Het duurt een hele tijd voor hun bagage en vracht gelost is. We zien zakken met kleren ( om te verkopen) kisten appels, fietsen … Blijkbaar zijn dit handelaars die inkopen gedaan hebben in de hoofdstad om verder te verkopen op het platteland. Wij hebben nog een uur of zes voor de boeg, gelukkig hebben we nu wat meer plaats en is het rustiger. Het landschap is dor, weinig bossen en veel stof. We rijden door het Spiny Forest: heel speciale ‘bomen met bladjes die enkel verschijnen als het even regent en dan weer afvallen als het droger wordt en planten zoals de penseelplant die bij ons in de keuken staat.

Rond de middag komen we aan in Fort Dauphin. De taxi gaat op zoek naar hotel Piniela, maar blijkbaar is dat hotel niet goed gekend, hij moet zoeken en vragen. Zo spreekt hij een Belgische vrouw ( Namen) aan. Zij heeft ook nooit van dit hotel gehoord en verwijst ons door naar Village Petit Bonheur – klinkt goed.

We huren er een kamer op de eerste verdieping met zicht op zee! Prachtig. We sproeien het stof en zweet af en nemen een siësta. Dan eten in Stadium. Lekker en goedkoop veel Malagache.

Dinsdag 12 maart.

Opstaan met zicht op Induische Oceaan en de vissers. Het is ook hier duidelijk dat het toeristisch seizoen op z’n laagste zit. We zijn de enigste gasten en daardoor is er weinig personeel. Het ontbijt is dan ook karig : geen fruitsap geen vers fruit. Dan maar brood met confituut/eitje.

We gaan op strandverkenning en een zonnebad. We liggen nog maar goed en wel neer of Mr. Delphin komt zijn excursies aanbieden. Met onze ervaringen in Fianarantsoa in het achterhoofd ( Mr. Germain) houden we Delphin af, maar het is een taaie kerel hij geeft niet af. Dan naar het toerisme bureau en pick nick kopen. Bij toerisme krijgen we een brochure mee om vanalles uit te zoeken.

We nemen de picknick (brood en banaan) mee naar het hotel en na de siësta gaan we terug naar toerisme. We vertellen onze ervaring met Mr Delphin. Hij is niet te vertrouwen. Ze geven ons de namen van enkele betrouwbare gidsen. In hotel dauphin boeken we een excursie van 2 dagen naar Berenty special reserve een privé park.

We eten in strand cabane Island Vibe uitgepaat door een Amerikaan en een Indiër. We eten kreeft en Baracuda.

Woensdag 13 maart

Opstaan met zon over de zee en de vissers. Er wordt zeer gevarieerd gevist. Voor het ochtendloren is men actief op het strand, tussen de rotsen en op een soort natuurlijk plateaus die als terrassen de overgang tussen zee en land vormen. Sommigen vissen met speer, en zwemmen rond met zwemvliezen, anderen met visdraad, we hebben ook vallen gezien voor kreeften ? mosselen? nog anderen rapen en trekken een soort reuze caracol en nog anderen trekken ‘huitres’. In de loop van de dagen zien we de buit soms langs de weg passeren: twee jonge gasten met stok op de schouders en daaraan een tonijn van een kleine meter, dan baracuda, smalle lange roofvissen, vrouwen met manden kreeften, oesters, etc … Voor wie van oesters houdt hier kan je ze van s’morgens tot s’avonds kopen van de mensen op het strand, aan het gemeentehuis,…Er varen ook piroques uit om te vissen; ze vangen platvissen, roofvissen …

Na het ontbijt proberen we rond het schiereiland te wandelen, eerst langs het strand, dan klauteren over de rotsen tot we aan een klein afgeschermd strandje komen. Tijd om te zonnen en de visjes te bezoeken (van die blauwe frisé kleine tropische visjes). Het water is fris, maar zeker niet koud.

Dan moeten we omhoog en komen we uit aan het verlaten hotel Piniela. Blijkbaar is dit hotel na een korte periode gesloten ( failliet ?).

Vandaar gaan we naar het ecologisch centrum. Het is een school/vormingscentrum maar niet om te bezoeken. Vandaar naar het strand Libanon. Dit is een ingerichte plaats waar mensen komen verpozen. Opnieuw moeten we de verkopers van zilveren armbanden, schelpen afschudden. We drinken een pintje in het strandrestaurant. Restaurant is nog  niet open. Spijtig want het schijn er lekker te zijn.

We zakken af naar het centrum en eten bij een Fransman ‘ La recreat’.

Donderdag 14 maart.

Vroeg ontbijt 7 uur en dan naar hotel Dauphin om op tweedaagse te gaan naar Berenty. ( 470000 Ar). Olivier is onze gids en Ivan de chauffeur van een deftige nissan 4X4 pick up dubbele cabine.

De rit is 87 km, gedeeltelijk langs de weg om naar Port Dauphin te komen. We stoppen aan de markt, artisanaat. We bewonderen een cameleon, babobab in bloei en het ‘spiny forest’. De privé reserve is reeds lang geleden bewaard gebleven (1936) door een familie Fransen die in de streek een plantage van  Sisal bezit. Van sisal worden vezels getrokken voor matten, koorden,... 5 families bezitten samen 25.000 hectaren en stellen 5000 mensen te werk.

We zijn opnieuw de enigste gasten en krijgen een moderne grote bungalow met terras. We nemen een aperitiefje en gaan dan eten.

In de namiddag start een eerst tocht met Olivier. Inderdaad de lemurs zijn hier redelijk gewoon aan bezoek. We kunnen rustig observeren en foto’s maken van de sifakas, ringstaart lemur, .. We wandelen door gedeeltelijk rivierbos en droog spiny forest.

Tegen 19 uur volgt de avondwandeling in het donker. En we hebben opnieuw geluk: we kunnen de Mouse lemur bewonderen alhoewel deze zich goed kan verstoppen tussen de takken en de bladeren. Dit is de allerkleinste en weegt amper 40gram, dus enkele centimeters groot. We zien dan nog een paar bruine nachtlemuren, kameleons …

Tegen 20.30 diner en een gesprekje met de Russische beheerster.

Vrijdag 15 maart

Ontbijt om 7 uur om dan nog een wandeling te maken door het rivierbos. We bezoeken de schildpadden die onderdeel zijn van een kweekprogramma om later uit te zetten. We vinden er ook een Nijl krokodil in gevangenschap. We krijgen nog enkele ‘lemurgezinnen’ te zien.

Na het middageten terug naar Village le petit bonheur, waar we alles op onze kamer konden laten en waar ondertussen de was werd gedaan: luxe !

In het restaurant Stadium is het ambiance geblazen, een plaatselijk orkest brengt de populaire deuntjes terwijl de mensen iets en drinken.

Zaterdag 16 maart.

Luierdag op het strand en aan de zee. S’Morgens passeert nog eens een meterlange tonijn gevangen door de vissers.

We maken nog een strandwandeling en genieten van het schiereiland, de vissers. In de namiddag gaan we op zoek naar strand Ankobe, ons aangeraden door de Russische vrouw in Berentry, bij het restaurant Chez Marcelin. Het restaurant geeft uit op het strand en er zijn strandstoelen voorzien. We lezen , genieten van het leven op ’t strand. Veel jongeren komen voetballen en surfen.

Na een verfrissende douche gaan de hemelsluizen open. We gaan het eten dus niet ver zoeken … bij de Amerikaan en Indiër. We eten er lekkere baracuda en verse tonijn  morgens gevangen, zelf gezien.

Zondag 17 maart

Laatste dag in Fort Dauphin aan de Indische Oceaan; We besluiten opnieuw langs Plage Ankoba te wandelen naar een meer dicht tegen de haven en luchthaven. Het is echter vrij vuil aan het meer zodat we op onze stappen terugkeren en ons neervlijen in de strandstoelen bij Marcelin. We blijven er eten en luieren/ golven springen en lezen. Dit is hier wel de uit buurt van de blanke kolonie, maar toch komen er ook veel Malagache mensen eten en verpozen.

Naast het restaurant worden er hanengevechten gehouden. Blijkbaar populair.

Na deze rustpauze opnieuw inpakken en nog eens naar het centrum om te eten in Recreat.

Maandag 18 maart  naar Andasibe.

Na het afscheid van Village Petit bonheur brengt de taxi ons naar de luchthaven van Fort Dauphin. Het gaat er allemaal zeer informeel aan toe. We vertrekken vroeger dan voorzien: iedereen is er. Eerst naar Tulear om passagiers af te zetten en nieuwe op te halen.

In De luchthaven van Tana worden we opnieuw belaagd door kruiers en taxichauffeurs. We nemen een taxi voor 50.000 ( wellicht veel te veel) en rijden meer dan uur naar het busstation. Daar is het wel min of meer geregeld maar toch hebben we ticket voor een busje dat pas later vertrekt; Na drie kwartuur wachten, maakt Isabel de opmerking en wordt ons ticket doorgegeven aan een andere maatschappij waarvan het busje bijna volzit; met ons erbij kunnen we bijna direct vertrekken. Toch altijd ‘ambras’ aan de busstations.

We rijden tot Moramanga, waar we moeten overstappen. Het is ondertussen reeds laat geworden en het donkert als we Moranmanga buitenrijden.

In Andasibe aangekomen, blijkbaar een arm dorpje gaan we naar Hotel orchidee. Eric heeft geen goeie indruk, maar na het tonen van de kamers zijn we overtuigd. Ze doen hun best om nog een avondmaal voor ons te maken.