Madagascar III

05-03-2013 16:25

… We proberen de mogelijkheden voor het vervolg van onze reis op een rijtje te zetten:

  • Terug langs dezelfde route naar Antsirabe en dan verder door naar het zuiden
  • Via de zee naar Bel mer en vandaar verder met en zeilpiroque ( houten boot – 2dagen met overnachting op het strand) naar Tuléar.
  • Vliegen naar Tuléar.

Het is duidelijk dat we niet het beste seizoen voor gemakkelijk reizen in Madagascar gekozen hebben. ( maar we hadden natuurlijk geen andere keuze ! ).

We eten deze avond in Couleur café, aan het strand. Deze plaats is blijkbaar het ontmoetingspunt voor de expats ( Fransen) kolonie in en om Morondava. Ze kunnen niet alle gerechten klaarmaken omdat ze op 1 maart sluiten voor jaarlijkse vakantie. De rhum arrangé en het eten zijn lekker.

Het begint opnieuw te gieten.. dus nog een rhum arrangé.

We zoeken ons bed op.

Zondag 24 februari.

Het is een eindje stappen naar Madabar om onze fietsen op te halen. De patron is er nog niet maar de fietsen worden reeds klaargezet. Er blijkt een lek te zijn … De patron moet wakker gemaakt worden rond 9.45 komt hij toe. Ja, hij ziet het probleem … waar kan hij op zondag iemand vinden die de band repareert? Als er na ’20 nog niemand komt houden we het voor bekeken. Hij kon de fietsen zaterdag toch reeds nakijken en eventueel in orde zetten ?

We laten hem staan, maar daardoor gaat de fietstocht opnieuw niet door.

We lopen nog eens langs in het GR om bij de verschillende buscoöperatieven te informeren over de reis zuidwaarts naar Tuléar. We besluiten ons niet te laten doen door de mensen die steeds op je afkomen, als je het busstation nadert. Tuléar is een zeer lange verplaatsing, er zijn rechtstreekse taxi brousses, maar niet elke dag. Wellicht meer dan 24 uur. Zo zijn we verplicht alles goed uit te pluizen en onze plannen te wijzigen.

We besluiten het strand en de kust verder te verkennen. Ondertussen is het weer danig verbeterd waardoor een paar piroques zijn uitgevaren. Deze kleine bootje vertrekken op ’t strand en komen rond de middag hun vangst terug ‘afzetten’. Daar wachten opkopers ( of familieleden ?) om de vangst te sorteren en dan verder naar de markt te brengen. We trekken een stuk van de stadskern weg en merken veel schamele huisjes aan de kustlijn, met wellicht zeer beperkte hygiëne. De mensen doen hun behoeften op ’t strand achter een rots of gewoon … De mensen generen zich niet om hun broek af te steken.

Opnieuw een confrontatie met armoede, onwetendheid, De mensen overleven wellicht met wat de zee hen brengt. En vooral nu het laagseizoen is voor het toerisme is er nog minder werk, verkoop. Iedereen is vriendelijk maar veel mensen spreken geen Frans daarom is verder gesprek moeilijk, onmogelijk.

Na de wandeling trekken we naar het cybercafé om de contacten te onderhouden. We maken afspraken om naar het Kirindy park en allée de baboabs te gaan ( 4X4 noodzakelijk).

We dineren bij Maggie, chique maar niet bepaald duurder. Het wordt een scampi festival en Zébu filet met pepersaus.

Maandag 25/02 Kirindy

5.45 de wekker gaat af. Stipt om 6.30 staat Julian de gids daar met de chauffeur.

We merken nog vlak voor het hotel op de kalm geworden zee veel bedrijvigheid. Groepjes mensen vissen met groeten lange netten op zee. De netten worden voor onze neus opgetrokken met twee groepen om het net te sluiten en zo de vis geen ontsnappingskans te geven.

We  ploeteren 2 ½ uur door een ‘zware’ weg vol kuilen en plassen. Het eerste uur halen we nauwelijks 20km per uur. We passeren veel rijstvelden. Julian vertelt ons dat elke gezin z’n eigen perceel heeft waarmee ze kunnen overleven. Sommige mensen hebben meer gronden en betalen  dagarbeiders om mee te bewerken. De rijsstteelt is hier zeer productief: 3 oogsten per jaar. De mensen helpen elkaar als er veel handenarbeid nodigs is, zoals bij de oogst of het klaarmaken van de percelen en het planten. Vroeger gebeurde dit als een ruiloperatie ( de een helpt de ander). Nu wordt alles in geld geregeld en gerekend. De vraag naar grond is groot, daarom worden de bossen duchtig ‘gekapt’. De overheid doet hier weinig aan en biedt geen alternatief.

Julian kiest in het park een aantal paden waar hij ons langs brengt en vertelt over de vegetatie en de dieren. Na 15 minuten krijgt Eric een lemur in de gaten. Het gaat om een familie Sifaka lemurs. Ze hebben een witte, licht grijze pels en een zwarte kop. Ze eten bladeren en verplaatsen zich in familie clan. Door de beweging van de bomen krijgen we allebei een slijmerige, tamelijk grote duizendpoot in onze nek … even schrikken. De muggen zijn ook van de partij, vooral aan de enkels, de voeten en onderbeen happen ze toe. Op onze weg nog een leguaan, een hagedis, en enkele vogels waaronder een mooie soort havik. In plaats van 2 uren wandelen en observeren we uiteindelijk bijna drie uren door het bos.

Terug aan het onderzoekscentrum drinken we nog een colaatje, eten onze pick nick en na een half uurtje komen uiteindelijk de bruin ( vrouw) en grijs ( man) lemuren te voorschijn op weg naar hun rustplaats. We besluiten om niet meer  het Andronomena park binnen te gaan, het is vergelijkbaar.

We rijden  op ’t gemak terug en bezoeken nog de heilige Baobab en natuurlijk ook de wereldbekende allee de Baobas.

 

 

 

 

 

 

Tegen 17 uur zijn we terug: klaar voor een avondwandeling en, eten. We eten opnieuw in couleur café, lekker en gezellig. Heerlijk gegrilde vis, vers uit de zee en Eric een slaatje van tomaat en opgevulde eitjes en Zébu spiesjes. Zijn maag zit een beetje in de knoop.

Dinsdag 26/02 lekkerlui dag

’s morgens ontbijt op ’t terras van ‘ hotel met zicht op de zonovergoten, rustige, kalme zee. Nu volop bedrijvigheid. We zien veel bootjes met en zonder zeil. En op ‘t strand wel drie groepen die met het sleepnet vanop het strand vissen. Een heel schouwspel. Daarna waag ik mijn aan  zwemmen. De zee is kalm maar er blijft een venijnige terugstroom. Opletten geblazen!

We reserveren onze tickets naar Finanarantsoa. Het wordt dus verder zuidelijk trekken, maar over land en gedeeltelijk over de weg die we reeds hebben afgelegd.

Maar eerst genieten we nog lang van onze voorlopig laatste dag aan zee. Vissers bekijken zwemmen, lezen en zonnen. Dan rugzakken maken, want morgen vertrek voorzien om 8 uur.

We gaan opnieuw langs in couleur cafe voor het diner.

Woensdag 27/02

Om 7 uur opnieuw reuze ontbijt met veel fruit, yoghurt, koffie brood, en zicht op de zee met volop vissersactiviteit.

We betalen in het hotel 275.000 ar voor 5 nachten = +/- 100 €.

In Gr is het reeds druk en ‘onze’ taxi brousse staat reeds klaar om onze zakken op te laden. Het wordt 9 uur, maar blijkbaar is nog niet iedereen gearriveerd: we kunnen dus nog niet vertrekken. Dit betekent dat we pas na middernacht in Finanarantsoa zullen aankomen. Uiteindelijk vertrekken we uit de GR om 10.10 uur echter met nog enkele lege plaatsen …

Deze mensen komen maar niet af, dus besluit de chauffeur om ze op te halen. Dus wie niet komt opdagen wordt afgehaald: wat een luxe ! Het blijft zoeken naar de medereizigers. Ten laatste vertrekken we uit de stad rond 11 uur. Dan gaat het tergend traag naar Miandriavazo omdat de chauffeur en medebegeleider nog veel meer bagage en mensen meeneemt. Op een bepaald moment zitten we met 22 reizigers, een chauffeur en een begeleider in een Mazda camionette waar officieel 18 passagiers mogen meereizen.

We rijden opnieuw door de rijstvelden van het hoogplateau. Het waterpeil van de rivieren is reeds ferm gedaald. Onderweg stoppen we regelmatig om te eten; We wagen ons (noodgedwongen) aan de lokale restaurants; Veel riujst, saus en een beetje vlees; Het smaakt. Het is ook warm. We drinken een Volle liter cola binnen de ’20.

Het is reeds goed donker als we GR van Antsirabe bereiken. Groot is onze verassing als er ons gezegd wordt dat wij moeten uitstappen en overstappen naar een andere TB op weg van Tana naar Finanarantsoa. We moeten onze rugzakken goed in ’t oog houden want het gaat nu razendsnel. Blijk baar onze eerste TB geen rechtstreekse, of waren er te weinig passagiers om de Tb te vullen. We moeten plaatsnemen tussen mensen die reeds met 5 op een rij zitten. Ik weiger. Na enkele norse blikken krijgen we plaatsen naast de chauffeur. Ik voel me in ’t zak gezet. Dit is Madagascar transport.

Uiteindelijk komen we rond 5.20 in de ochtend toe. We worden goed ontvangen in het hotel. We slapen nog even tot 11 uur.